Dit instrument werd in 1786 als eenklaviers orgel gemaakt door Robustelly met een klavieromvang CD-d'''. In 1851 werd het instrument door H. Vermeersch uitgebreid met een tweede klavier door toevoeging van een Rugwerk. Vermeersch heeft deze uitbreiding met respect voor het werk van de oorsprongkelijke maker uitgevoerd. Op het hoofdwerk voegde hij op de C-lade een CIS toe en plaatste een extra windlade met vier cancellen voor de tonen d dis e en f. De toonhoogte van 405 Hz werd behouden.
In 1926 werd het orgel drastisch verbouwd door Beckers. Het Rugwerk werd ingekort tot ongeveer 20 cm diepte en na verplaatsing van de hoofdkas ongeveer 60 cm naar voren werd de windlade als positief achter het orgel in een nieuwe zwelkast geplaatst.
Discant registers werden pneumatisch doorgebouwd in de bas, de Bourdon 16' werd pneumatisch op het pedaal bespeelbaar gemaakt, de tongwerken Voix Humaine, Tierce en Basson-Hautbois werden vervangen door respectievelijk Voix Céleste, Nachthoorn 2' en Salicionaal 8'.
De onderhavige restauratie voorziet in een volledige restauratie/reconstructie van de Vermeersch situatie uit 1851.
Adviseur/ontwerper: Jef Breakmans
Hoofdwerk C-f''' |
1. | Montre | 8v |
2. | Prestant | 4v |
3. | Cornet IV st | |
4. | Bourdon | 8v |
5. | Flûte | 4v |
6. | Doubette | 2v |
7. | Nazard | |
8. | Tierce | |
9. | Sexquialter II st | |
10. | Fourniture IV st | |
11. | Trompet | 8v bas/disc |
12. | Clairon | 4v |
13. | Voix Humaine | 8v |
Positief C-f''' |
14. | Prestant | 4v |
15. | Bourdon | 8v |
16. | Montre | 8v sup |
17. | Viola di Gamba | 8v sup |
18. | Flûte | 4v |
19. | Euphone | 8v |
20. | Basson-Hautbois | 8v |
Koppelingen |
1. | Pedaalkoppel HW | |
Diversen |
1. | Tramblant | |
2. | Rosignol | |