In 1766 bouwde J.H.H. Bätz een kabinetorgel voor de heer I.J. Faber van Riemsdijk, op dat moment wonend te Utrecht. In 1769 verhuisde hij naar Haarlem, waar hij in 1788 burgemeester werd. In 1813 werd hij burgemeester van Den Haag. Het orgel is vermoedelijk steeds in zijn bezit gebleven. Tot 1910 zijn de verdere lotgevallen echter onbekend. In dat jaar stond het in de gereformeerde Westerkerk in Harlingen opgesteld. In het jaar 1932 werd het per spoor naar de huidige locatie gebracht: de Hervormde Kerk van De Pollen, bij Vriezenveen. Het is hier langzaam maar zeker vervallen. Er is een foto die gemaakt werd in Harlingen. Hierop zijn twee beeldjes op de hoekpunten aanwezig, en heeft koning David nog een harp. Deze zijn thans verdwenen. In later tijd is er ook een aangehangen pedaal aan het orgel toegevoegd, vermoedelijk rond 1810.
Inmiddels is het orgel gerestaureerd en zijn de beeldjes herplaatst.
Bron: Orgeldatabase Piet BronManuaal C-d3 |
1. | Prestant | 8' disc. |
2. | Holpijp | 8' |
3. | Octaaf | 4' |
4. | Roerfluit | 4' |
5. | Octaaf | 3' |
6. | Gemshoorn | 2' b/d |