Orgel database
Over het orgel
- OPUS:0
- JAAR:2014
- PLAATS:Gent-Meulestede
- BASIS:2'
- KLAVIEREN:1
- MANUAALREGISTERS:7
- PEDAALREGISTERS:aangehangen kistpedaal
- SYSTEEM:sleeplade
- TYPE:
Bekijk beschrijving
< GA TERUG
Historiek.
In een register met rekeningen van december 1840 treffen we enkele vermeldingen aan die enig licht werpen op de bouwgeschiedenis van het orgel in de kapel van Meulestede:
op 6 september 1834 ontving 'Dheer van petegehem horgelmaeker in Gent '350 florijn' voor het maeken van een orgel in de Capelle tot Meulestede': daar bovenop nog 80 florijn op 13 april als het 'restant van maeken des orgels'. In totaal ontving orgelmaker Pierre van Peteghem 430 florijn (men rekende hier nog niet in Belgische franken!), wat een bescheiden bedrag was voor een tweevoets-orgel.
De beroemde familie Van Peteghem was in Gent gevestigd van rond 1738 en was er werkzaam tot (4 generaties): zij waren in die periode zowat de grootste en belangrijkste orgelmakerij in Vlaanderen. Daar waren ook zijn twee oudste broers (ook orgelmakers) in de Drabstraat in het ouderlijk huis waren blijven wonen, had Pierre van Peteghem zich (rond 1820?) gevestigd in de Sleepstraat ( in sommige archiefstukken staat "bij de Rode Lijvekens", dus aan het begin van de straat). Hij overleed daar in 1863 op 71-jarige leeftijd.
Door het ontbreken van archivalische gegevens voor de periode van 8141 tot en met 1940 is er geen precieze duiding mogelijk van allerlei latere transformaties die aan het instrument geschiedden. Wellicht nog vóór 1867 werd door orgelmaket Leo Lovaert (afkomstig uit Nevele, maar sinds 1855 gevestigd in Gent) een nieuw handklavier en een aangehangen voetklavier geplaatst.
Na 1867, waarschijnlijk eveneens door Leo Lovaert:
*verplaatsing van het orgel naar achteren, tot in de torennis;
*plaatsing van een nieuwe vrijstaande speeltafel, waarin het bestaande manuaal en pedaal werden opgenomen + aanpassing mechanieken
*ombouw en vergroting van de orgelkast.
In maart 1946 vroeg de kerkfabriek aan de hogere overheid om de kosten van werken aan het orgel, ten bedrage van 30.700 frank, ten laste te nemen, gezien het orgel zwaar beschadigd was in de oorlog (dynamiteren van de brug en beschietingen). Nadat op 23 november 1946 de goedkeuring was gegeven, kreeg orgelbouwer H. Laureys (uit de Ekkergemstraat) de opdracht tot uitvoering van deze werken. Het orgel van Meulestede werd voor het laatst hersteld in1963 en raakte daarna volledig onbespeelbaar; het is dus een lange periode buiten gebruik geweest.
In de vergadering van de kerkfabriek van 22.01.2003 kwam het orgel terug op de agenda. Op 19.01.2005 ontving de kerkfabriek van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap het bericht dat zij een ontwerper-orgeldeskundige mocht zoeken die het restauratieplan zou opstellen. Deze opdracht ging naar dhr. Michel Lemmens; om deontologische redenen moest deze zich in oktober 2007 laten opvolgen door dhr. Dick Zweers die het dossier verder afwerkte. In februari 2006 deed men ook beroep op een stabiliteits-ingenieur voor
nazicht van de draagkracht van het doksaal (het orgel zal immers naar voren geschoven worden). In de vergadering van 18.09.2008 vroeg het kerkbestuur de toelating om een aanbesteding onder aannemers-orgelbouwers uit te schrijven. De goedkeuring daartoe arriveerde in januari 2010 via de Stad en Provincie. Het dossier kon nu naar de Vlaamse Overheid in Brussel worden gestuurd. In maart 2011 kwamen de offertes binnen voor de restauratie: drie bedrijven boden hun prijs. Na controle van alle stukken besloot de kerkfabriek de restauratie toe te vertrouwen aan de firma B.V. Pels en Van Leeuwen uit 's Hertogenbosch.
Op 12.08.2011 ontving de kerkfabriek de toelating van het Agentschap Binnenlands Bestuur om te starten met de restauratiewerken. De demontage van het te restaureren orgel had plaats in mei 2012 en de heropbouw in september-oktober 2014.
In een register met rekeningen van december 1840 treffen we enkele vermeldingen aan die enig licht werpen op de bouwgeschiedenis van het orgel in de kapel van Meulestede:
op 6 september 1834 ontving 'Dheer van petegehem horgelmaeker in Gent '350 florijn' voor het maeken van een orgel in de Capelle tot Meulestede': daar bovenop nog 80 florijn op 13 april als het 'restant van maeken des orgels'. In totaal ontving orgelmaker Pierre van Peteghem 430 florijn (men rekende hier nog niet in Belgische franken!), wat een bescheiden bedrag was voor een tweevoets-orgel.
De beroemde familie Van Peteghem was in Gent gevestigd van rond 1738 en was er werkzaam tot (4 generaties): zij waren in die periode zowat de grootste en belangrijkste orgelmakerij in Vlaanderen. Daar waren ook zijn twee oudste broers (ook orgelmakers) in de Drabstraat in het ouderlijk huis waren blijven wonen, had Pierre van Peteghem zich (rond 1820?) gevestigd in de Sleepstraat ( in sommige archiefstukken staat "bij de Rode Lijvekens", dus aan het begin van de straat). Hij overleed daar in 1863 op 71-jarige leeftijd.
Door het ontbreken van archivalische gegevens voor de periode van 8141 tot en met 1940 is er geen precieze duiding mogelijk van allerlei latere transformaties die aan het instrument geschiedden. Wellicht nog vóór 1867 werd door orgelmaket Leo Lovaert (afkomstig uit Nevele, maar sinds 1855 gevestigd in Gent) een nieuw handklavier en een aangehangen voetklavier geplaatst.
Na 1867, waarschijnlijk eveneens door Leo Lovaert:
*verplaatsing van het orgel naar achteren, tot in de torennis;
*plaatsing van een nieuwe vrijstaande speeltafel, waarin het bestaande manuaal en pedaal werden opgenomen + aanpassing mechanieken
*ombouw en vergroting van de orgelkast.
In maart 1946 vroeg de kerkfabriek aan de hogere overheid om de kosten van werken aan het orgel, ten bedrage van 30.700 frank, ten laste te nemen, gezien het orgel zwaar beschadigd was in de oorlog (dynamiteren van de brug en beschietingen). Nadat op 23 november 1946 de goedkeuring was gegeven, kreeg orgelbouwer H. Laureys (uit de Ekkergemstraat) de opdracht tot uitvoering van deze werken. Het orgel van Meulestede werd voor het laatst hersteld in1963 en raakte daarna volledig onbespeelbaar; het is dus een lange periode buiten gebruik geweest.
In de vergadering van de kerkfabriek van 22.01.2003 kwam het orgel terug op de agenda. Op 19.01.2005 ontving de kerkfabriek van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap het bericht dat zij een ontwerper-orgeldeskundige mocht zoeken die het restauratieplan zou opstellen. Deze opdracht ging naar dhr. Michel Lemmens; om deontologische redenen moest deze zich in oktober 2007 laten opvolgen door dhr. Dick Zweers die het dossier verder afwerkte. In februari 2006 deed men ook beroep op een stabiliteits-ingenieur voor
nazicht van de draagkracht van het doksaal (het orgel zal immers naar voren geschoven worden). In de vergadering van 18.09.2008 vroeg het kerkbestuur de toelating om een aanbesteding onder aannemers-orgelbouwers uit te schrijven. De goedkeuring daartoe arriveerde in januari 2010 via de Stad en Provincie. Het dossier kon nu naar de Vlaamse Overheid in Brussel worden gestuurd. In maart 2011 kwamen de offertes binnen voor de restauratie: drie bedrijven boden hun prijs. Na controle van alle stukken besloot de kerkfabriek de restauratie toe te vertrouwen aan de firma B.V. Pels en Van Leeuwen uit 's Hertogenbosch.
Op 12.08.2011 ontving de kerkfabriek de toelating van het Agentschap Binnenlands Bestuur om te starten met de restauratiewerken. De demontage van het te restaureren orgel had plaats in mei 2012 en de heropbouw in september-oktober 2014.
Manuaal C-f3 | ||
1. | Bourdon | 8' |
2. | Doublette | 2' |
3. | Flûte | 4' bas/sup |
4. | Flûte travers | 8' sup |
5. | Fourniture 3st. | 2/3' |
6. | Clairon | 4' bas |
7. | Trompette | 8' sup |
Technische gegevens | ||
8. | Kistpedaalomvang C-cº 13 toetsen | |
9. | Splitsing bas/sup: c1/c#1 | |
10. | Winddruk 86 mm | |
11. | Toonhoogte a=405 Hz/15ºC |